Bellone

De Bellone staat voor groot en mooi en heeft de bijnaam panepoiche (pane = brood), omdat de Italiaanse boeren de dikke sappige druiven aten bij hun brood. Zij wordt hoofdzakelijk rond Rome geproduceerd, en speelt een hoofdrol in de witte-druif2.gifte wijnen van Lazio.
Deze druif resulteert vaak in lichte frisse wijnen, maar ook in zoetere dessertwijnen. De wijnstokken zijn zeer krachtig en goed bestendig tegen de grillen van het weer en ziektes, maar komen het best tot hun recht in een frisse, vruchtbare bodem en met een goed gesnoeid bladerdak. De druif groeit in grote trosen en rijpt laat. Wanneer zij uiteindelijk geperst wordt, is de Bellone gekenmerkt door een bovengemiddelde hoeveelheid sap met fijne zuren. Dit maakt het voor producenten een interessante druif.

Synoniemen: Arciprete Bianco, Cacchione, Pampanaro, Bellobuono.

Regio's: