Jarenlang werd gedacht dat de Corvinone druif uit Veneto een mutatie was van de Corvina druif. DNA analyses hebben uitgewezen dat het om twee heel verschillende variëteiten gaat. Terwijl de naam doet denken aan een 'grote' Corvina, is de Corvinone eerder het tegendeel, verfijnd en met een bijzondere kwaliteit en evenwicht. De grootsheid zou eerder gelden voor de kwaliteit van de Corvinone ten opzichte van andere druivensoorten.
De Corvinone wordt nooit als enige druif gebruikt voor de wijn, altijd in een blend met andere locale druivensoorten uit de Valpolicella. Ten opzichte van de Corvina heeft hij minder alcohol, maar meer markante zuren en een breed spectrum van intense aroma's.