Passerina

Passerina komt van het woord passero (mus) en verwijst naar de zware last die wijboeren hebben om deze vogels van hun gerijpte druiven weg te houden. De druif is vooral te vinden rond de provinci Ascoli Piceno. Ze krijgt daar een diepe goudgele kleur en door de dikke schil is ze goed bestend tegen ziektes. Dit maakt haar een populaire druif onder de wijnboeren.
De Passerina heeft van nature een hoog suikerniveau en een hoge zuurtegraad. Door haar mooie structuur wordt ze meestal gebruikt om mee te blenden. Als monocépage krijgen we een medium intense wijn met vooral florale aroma's.

Synoniemen: Uva Passera, Campolese, Trebbiano di Teramo, Pagadebit

Regio's: